20.6.08

in het begin



- Hoe ging het ook al weer in het begin?
- Er waren kratten, een stuk of 200, ergens eind april
- Of ik iets met die kratten kon, vroeg de telefoon op een vrijdagochtend
- Kratten kun je stapelen, dacht ik, je kunt ze zomaar stapelen, of juist als iets stapelen
- .... Iets.... dat is zo’n lastig ding, wanneer is iets ècht iets, elke keer wéér weet ik het niet
- Wat heb je nodig om iets te maken
- Wat moet je doen en wat moet je laten?
- Die kratten werden auto’s; niet dat iemand het door had
- En die kratauto’s die wilden wat
- Die wilden het décor van iets zijn
- Daar heb je dat iets weer
- Dat iets werd een drive-in: krat-stapelen-parkeren-kratauto-auto- weg- dromen- rijden- arriveren-parkeren
- Wat een mooi rijtje...

Geen opmerkingen: